Indapamide

Would you like to read this information again? Use the following options:

Alles over Indapamide

Powered by: KNMP logo
  • Introductie

    Indapamide
    De werkzame stof in Indapamide is indapamide.

    Indapamide behoort tot de groep geneesmiddelen die thiazide-plasmiddelen wordt genoemd. Het voert overtollig vocht af en verlaagt de bloeddruk.

    Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk en hartfalen.

  • Bijwerkingen

    Behalve het gewenste effect kan dit middel bijwerkingen geven.

    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

    Soms

    • Bij langdurig gebruik: een tekort of overschot aan bepaalde stoffen in het bloed, zoals natrium of kalium. U merkt dit aan een droge mond, vermoeidheid, spierkramp of spierzwakte en zelden aan een onregelmatige hartslag. Mensen met hartfalen, levercirrose, nierziekten, bij diarree of braken of mensen die veel laxeermiddelen gebruiken hebben hier meer kans op. Uw arts zal daarom regelmatig de hoeveelheid kalium in uw bloed willen controleren. Als u diarree heeft of veel moet braken, neemt u dan contact op met uw arts.

    Zelden

    • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid of een opgezwollen gezicht. Ga dan onmiddellijk naar een arts. In beide gevallen mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor indapamide. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het middel niet opnieuw krijgt.

    Zeer zelden

    • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk (binnen enkele dagen tot weken). Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.
    • Hoofdpijn en vermoeidheid. Deze bijwerkingen gaan meestal over als uw lichaam aan het middel gewend is. Als u hier na enkele weken nog steeds last van heeft, moet u uw arts raadplegen
    • Droge mond. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren als u dit middel gedurende verschillende weken gebruikt.
    • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en verstopping. Overleg met uw arts als u hier te veel last van heeft
    • Ontsteking van de alvleesklier, van de lever of nieren, en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel moet u direct een arts waarschuwen.
    • Impotentie. Dit komt ook door de lagere bloeddruk. Als u last heeft van deze bijwerking, moet u er rekening mee houden dat deze aanhoudt zolang u het middel slikt. Het is raadzaam uw arts advies te vragen, omdat deze bijwerking voor veel mensen een reden is om te stoppen met dit medicijn. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander middel geschikter voor u.
    • Als u aanleg voor jicht heeft: u kunt eerder last krijgen van een jichtaanval. Dit komt omdat deze plastabletten het urinezuurgehalte in het bloed laten stijgen. Hierdoor ontstaan urinezuurkristallen in gewrichten, wat jicht tot gevolg heeft.
    • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt een hoger bloedglucosegehalte krijgen door dit middel. Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.
    • Als u het syndroom van Sjögren heeft, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal: u kunt meer klachten krijgen. Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medcijn geschikter voor u.
    • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
    • Een ernstige huidaandoening met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met uw arts.
    • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra onder controleren.
    • Wazig zien. Als u met indapamide stopt, gaan deze bijwerkingen weer over.
    • Dit middel kan de huid gevoeliger maken voor zonlicht. Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid of andere verkleuring van de huid en ernstige verbranding door de zon geven. Begint u net met dit geneesmiddel? Blijf dan uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer een zonnebrandmiddel op met een sunblock van minimaal factor 15, gebruik lippenbalsem met minstens factor 15 en ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, ga dan naar uw arts.

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

  • Gebruik

    Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

    Wanneer?
    U kunt het middel het best 's ochtends bij het ontbijt innemen. U heeft dan het minst last van het feit dat u misschien meer moet plassen.

    Hoe lang?
    Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als u een jaar lang met dezelfde dosering een goede bloeddruk heeft, kunt u in overleg met uw arts het gebruik geleidelijk afbouwen. Zo kunt u kijken of u het middel nog nodig heeft. Soms blijkt de bloeddruk dan toch weer te stijgen. Dan zult u het middel moeten blijven gebruiken.

  • Vergeten

    Het is belangrijk dit middel consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn: als u indapamide één keer per dag gebruikt: ontdekt u het dezelfde dag, dan kunt u de dosis nog inhalen tot het eind van de middag. Is het later? Sla de dosis dan over. Bij een latere inname loopt u kans `s nachts uit bed te moeten om te plassen.

  • Verboden

    autorijden?
    De eerste dagen dat u indapamide gebruikt, kunt u wat duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem.

    alcohol drinken?
    Alcohol kan de duizeligheid in het begin van de behandeling versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

    alles eten?
    U mag alles eten. Om kaliumtekort te voorkomen, kunt u erop letten om kaliumrijk voedsel te gebruiken. Kalium zit onder andere in citrusfruit.

  • Wisselwerking

    Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.

    In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje `samenstelling`.

    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

    • De hart- en vaatmiddelen van de groep ACE-remmers en de groep angiotensine-II-blokkers. Indapamide versterkt de werking van deze middelen. Dit geldt alleen als u al indapamide gebruikt en u krijgt daar nu een ACE-remmer of een angiotensine-II-blokker bij. Vooral in het begin van de behandeling kunt u last krijgen van erge duizeligheid. U kunt proberen hier iets tegen te doen door het middel in te nemen voor het naar bed gaan. Als u ligt, voelt u de duizeligheid minder. Soms raadt de arts aan de plastabletten twee of drie dagen te laten staan voordat u met een ACE-remmer of een angiotensine-II-blokker begint. U heeft dan minder last van duizeligheid. Na twee of drie dagen gebruik van de ACE-remmer of een angiotensine-II-blokker kunt u dan zonder problemen de plastablet weer gebruiken, als dat nodig is. Ook kan uw arts u aanraden de eerste dagen met een lage dosis ACE-remmer of een angiotensine-II-blokker te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
    • Lithium, een middel tegen manische depressie. Plastabletten kunnen de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken, en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
    • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac, indometacine, acetylsalicylzuur, azapropazon en fenylbutazon. Deze middelen kunnen de werking van indapamide verminderen. Gebruik deze pijnstillers daarom alleen als uw arts u dit heeft geadviseerd of het heeft voorgeschreven. Raadpleeg uw arts voor extra controle van uw bloeddruk.
    • Ketanserine (middel tegen hoge bloeddruk) en acetazolamide (middel bij glaucoom en oedeem). Deze middelen geven samen met indapamide een grote kans op kaliumtekort. Uw arts kan uit voorzorg een medicijn voorschrijven dat het kaliumverlies tegengaat (amiloride of triamtereen) of dat het kaliumtekort aanvult (kaliumchloride).
    • Andere hart- en vaatmiddelen die de bloeddruk verlagen. Deze wisselwerking is alleen van belang wanneer u al indapamide gebruikt en u nu voor het eerst een andere bloeddrukverlager gebruikt, of wanneer u al een andere bloeddrukverlager gebruikt en u krijgt nu indapamide. De arts moet hiermee rekening houden bij het bepalen van de dosering, zodat de bloeddruk niet te laag wordt.
    • Carbamazepine, oxcarbazepine en de middelen tegen depressie (es)citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline en venlafaxine. Als u een van deze middelen samen met indapamide gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. U merkt dit soms aan plotselinge hevige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.

    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

  • Zwangerschap

    Zwangerschap
    Gebruik dit middel NIET als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Er kan bij de baby een kaliumtekort, geelzucht of bloedafwijkingen ontstaan. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of dit binnenkort wil worden. U zult (tijdelijk) moeten overstappen op een ander veilig middel.

    Borstvoeding
    Het is niet bekend of indapamide in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander middel voorschrijven, dat u wel veilig kunt gebruiken.

  • Stoppen

    U kunt op elk moment in één keer met het gebruik van dit middel stoppen. De bloeddruk kan dan wel weer omhoog gaan. Stop dus alleen in overleg met uw arts.

  • Handelsinformatie

    Indapamide is sinds 1974 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Fludex en als het merkloze Indapamide in tabletten en dragees.

    Indapamide wordt ook gebruikt in combinatie met een andere werkzame stof onder de merknamen Cosimil, Cotomil, Coversyl Plus en als het merkloze Perindoprol/Indapamide.

Laatst gewijzigd op: 09 januari 2014

Herhaalrecept

Gebruikt u Indapamide? Via deze website kunt u een herhaalrecept aanvragen

Gerelateerde videos

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Hoge Bloeddruk (Hypertensie)

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het…

Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.

Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.

Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.

Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.

Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.

Bekijk video

Meld bijwerkingen

Een paar minuten van uw tijd kan een leven redden.

Omdat niet alle bijwerkingen bekend zijn op het moment dat een geneesmiddel of een vaccin op de markt wordt gebracht, zijn meldingen uit de praktijk onmisbaar voor een veilig geneesmiddelgebruik.

Lareb verzamelt alle bijwerkingen van geneesmiddelen en vaccins in Nederland. Daardoor valt het snel op als een bijwerking vaak voorkomt. Dit systeem werkt alleen als er zoveel mogelijk bijwerkingen gemeld worden door zorgverleners, apothekers en patiënten.

Uw melding is dus belangrijk om geneesmiddelen nog veiliger te maken!

Meld bijwerkingen